Oost-Indische kers kappertjes

Ingrediënten:

  • ruim 3 handen vol zaden van de Oost-Indische kers
  • 300 cc water
  • 15 gram zout
  • 200 cc lekkere azijn (bijvoorbeeld witte wijnazijn of kruidenazijn)
  • 10 peperkorrels
  • 2 laurierblaadjes

Bereiden:

Allereerst: oogst verse, jonge witgroene zaden van de Oost-Indische kers (Tropaeolum). Oogst geen zaden die al wat beginnen te verdrogen, ik oogst ze zo vers dat ze vaak nog met drie zaden aan elkaar vast zitten (die ik zelf van elkaar ‘los breek’).

Pluk de verse zaden en was ze. Maak een pekelbad van 3 deciliter water en 15 gram zout. Roer tot het zout is opgelost in het water, voeg de zaden toe en laat dit 24 uur bij kamertemperatuur staan.

Na 24 uur: maak 2 kleine glazen potjes en deksels goed schoon en steriliseer ze door ze 20 seconden volledig onder te dompelen in kokendheet water.

Giet de zaden door een zeef. Doe in elk potje wat peperkorrels en een schoon laurierblaadje. En schep dan met een schoon lepeltje de uitgelekte zaden in de potjes. Giet de azijn erover tot de zaden minimaal 1 centimeter onder azijn staan. Sluit de potjes en bewaar ze maximaal 1 jaar in de koelkast.